Buurthuis dicht, parkeergarage open?
De afgelopen week was er ophef over twee politieke hangijzers. Allereerst Samen Ruimte geven, het voorstel van het College om een miljoen te bezuinigen op buurthuizen, het meedoenbudget en speelvoorzieningen. Het tweede was het besluit van datzelfde College om niet te investeren in de Noordenberg garage.
Op het eerste gezicht lijkt er geen samenhang tussen beide zaken, maar die is er misschien toch wel.
Beide draaien om het terugtreden van de plaatselijke overheid. Burgers, of groepen burgers, of organisaties in de stad, wordt steeds meer verzocht dingen zelf te doen, te regelen en te financieren. Op subsidie hoeft niet meer te worden gerekend. Dit wordt omschreven als mensen in hun kracht zetten, of andere fraaie ambtenaren taal.
Gevolg is, veel burgers en organisaties die met de handen in het haar zitten, omdat voorzieningen in de wijk worden afgebroken, omdat er geen geld en ook geen vrijwillige menskracht gevonden kan worden.
Het besluit om de Noordenberg garage niet op te knappen, lokte meteen reactie uit, met name bij de binnenstad ondernemers. Zij vrezen voor hun omzet, te weinig parkeerplekken en minder reuring in de stad.
Op de argumenten valt wel het een en ander af te dingen, maar een ander feit is wel dat ondernemers daarnaast ook altijd pleiten voor lagere gemeentelijke lasten en niet te hoge parkeertarieven.
Nu is dat vanuit het oogpunt van het stimuleren van plaatselijke ondernemers terecht, maar ze vergeten daarbij wel dat lagere lasten en lage tarieven leidt tot minder inkomsten voor de gemeente en dus minder geld voor investeringen in de binnenstad.
Je kunt geen lagere lasten en tarieven willen en er dan ook nog eens op rekenen dat de gemeente alle parkeervoorzieningen voor je blijft betalen. Het is het een of het ander.
Dus moet er een andere oplossing komen. Natuurlijk kunnen de prioriteiten anders gelegd worden, maar we hadden die buurthuizen ook al die mogelijk dicht gaan, en dan nog bijvoorbeeld de transities en het Stadskantoor. Een gemeente die het zuinig aan moet doen, kan niet alle ballen in de lucht (blijven) houden.
Of moeten, als de ondernemers echt een vernieuwde parkeergarage willen, ze dan misschien ook maar in hun kracht gezet worden, net als de burgers en organisaties in de wijken.
Dan zit er niets anders op dan met de pet rond gaan en die garage deels zelf proberen te financieren. Als ik de argumenten van de ondernemers goed begrijp, verdient het zichzelf terug, door meer bezoekers en meer omzet.
Het is niet de eerste keer dat zoiets dergelijks gebeurt (zie ook het voorbeeld van de Centrumgarage), dus er wacht hier een schone, ondernemende taak voor de binnenstadwinkeliers. We zijn benieuwd of ze buiten de lijntjes kunnen kleuren.